Naar boven ↑

Rechtspraak

Klaagster verwijt verweerder dat hij haar heeft bedrogen bij het aangaan van een huurovereenkomst, alsmede dat hij haar heeft bedrogen door haar te verzoeken akkoord te gaan met een € 200,- hogere huur per maand omdat de overige in het kantoorpand werkzame advocaten met wie klaagster zou gaan samenwerken, volgens verweerder boos waren geworden over de lagere huur die klaagster zou gaan betalen. Uit latere navraag bij de andere advocaat-huurders bleek volgens klaagster echter dat zij nooit bezwaar hadden gemaakt tegen de huurprijs die klaagster en verweerder aanvankelijk waren overeengekomen en daar zelfs geen wetenschap van hadden. De klachtonderdelen zien op het door verweerder als privépersoon aangaan van een huurovereenkomst met klaagster. Hoewel het hier privégedragingen van een advocaat betreft, worden die toch door het tuchtrecht bestreken. Nu het Gerechtshof Den Haag het onder klachtonderdeel a bedoelde handelen van verweerder gekwalificeerd heeft als bedrog, is de raad is van oordeel dat dit handelen van verweerder niet alleen civielrechtelijk, maar ook tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Onverlet de eigen toets die de tuchtrechter dient uit te voeren, is hiermee immers in civielrechtelijke zin komen vast te staan dat verweerder een ander willens en wetens heeft misleid. Dergelijk handelen betaamt een behoorlijk advocaat niet; niet ten opzichte van cliënten, maar zeker ook niet ten opzichte van collega-advocaten. De raad is voorts van oordeel dat verweerder bij zijn handelen als privépersoon de grenzen van het betamelijke op zodanige wijze heeft overschreden, dat hij daarmee het vertrouwen in de advocatuur heeft beschaamd. Ook de onder klachtonderdeel b bedoelde gedragingen zijn naar het oordeel van de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar in de zin van artikel 46 Advocatenwet, nu verweerder een collega-advocaat onjuiste informatie heeft verschaft met het doel er zelf financieel beter van te worden. Klacht gegrond. Maatregel: voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaar.