Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht tegen advocaat wederpartij. Nu in genoemde procedure geen advocaat-cliƫntrelatie bestond tussen verweerder en klager is het eerste klachtonderdeel ongegrond en het tweede klachtonderdeel niet-ontvankelijk. Met betrekking tot het derde klachtonderondeel overweegt de raad, dat zij - zo er al sprake zou zijn van een vervalsing - niet op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting kan vaststellen dat verweerder dit wist, of behoorde te weten, zodat ook dit klachtonderdeel ongegrond is. Gelet op de vrijheid die een advocaat toekomt bij het behartigen van de belangen van zijn cliƫnt, heeft verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zijn standpunt niet aan klager of zijn advocaat te berichten en is het vierde klachtonderdeel ongegrond. Gelet op de tegenstrijdige verklaringen van klager en verweerder met betrekking tot het vijfde klachtonderdeel en het gebrek aan nadere onderbouwing aan weerszijden, kan de raad niet vaststellen of dit klachtonderdeel juist is. Hiermee is ook dit laatste klachtonderdeel ongegrond.