Rechtspraak
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. De eerste twee klachtonderdelen zijn kennelijk niet-ontvankelijk omdat deze betrekking hebben op vermeend handelen van verweerder jegens zijn eigen cliënt(en), waardoor klaagster geen rechtstreeks belang heeft als bedoeld in de Advocatenwet. Ten aanzien van de volgende drie klachtonderdelen geldt dat evenmin sprake is van een rechtstreeks belang, nu de betreffende norm strekt tot bescherming van de belangen van de eigen cliënt en niet de belangen van de wederpartij. De overige klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.