Naar boven ↑

Rechtspraak

Klachten dat verweerster op de derdengeldrekening ontvangen gelden heeft verrekend met haar declaraties zonder toestemming van klaagster, niet heeft onderzocht of klaagster in aanmerking kwam voor gefinancierde rechtsbijstand, klaagster heeft gedwongen om geld van haar ouders te lenen voor het voldoen van verweersters declaraties, en klaagster heeft gedwongen een financieel onaantrekkelijke regeling met haar echtgenoot te treffen opdat verweersters laatste declaraties konden worden voldaan zijn ongegrond. Uitvoerige uitleg toepasselijke regelgeving in de indertijd toepasselijke Boekhoudverordening en latere Vafi en hoofdstuk 6 van de verordening op de advocatuur. Strikt genomen was het verweerster gelet op artikel 3 lid 5 van de Boekhoudverordening niet toegestaan het geld van klaagster in depot aan te wenden tot zekerheid voor toekomstige declaraties. De raad acht het echter aannemelijk dat op zichzelf over de strekking van dit depot tussen klaagster en verweerster wel overeenstemming bestond dat dit zou dienen ter betaling van weliswaar nog niet gedeclareerde maar wel zeer binnenkort te declareren en deels reeds verrichte werkzaamheden.