Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing. Verwijt dat verweerder de cliënt van klager rechtstreeks heeft aangeschreven, terwijl hij wist dat deze cliënt werd bijgestaan door klager. Gelet op de inhoud van de brief is de voorzitter van oordeel dat deze brief dient te worden gekwalificeerd als een aanzegging die, om het daarmee beoogde rechtsgevolg te kunnen bewerkstelligen, niet anders kan worden gedaan dan rechtstreeks aan de andere partij. Het beoogde rechtsgevolg was in casu immers opzegging van de huurovereenkomst. Bovendien heeft verweerder, gelijktijdig met verzending van deze brief naar de cliënt van klager, een kopie van de brief naar klager gestuurd. Aldus heeft hij gehandeld in lijn met het bepaalde in gedragsregel 18 lid 2. Klacht kennelijk ongegrond.