Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing. Verwijten dat verweerster: a) klager heeft misleid door niet bij aanvang van de zaak aan te geven dat voor het verkrijgen van vervangende toestemming voor verhuizing naar het buitenland een aparte procedure gestart zou moeten worden; b) zij klager niet tijdig en deugdelijk heeft geïnformeerd over de voortgang van de zaak, zij niet met hem heeft overlegd wat er in de stukken moest staan en zij dikwijls stukken op het laatste moment heeft ingediend; c) zij haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden door met haar partner over de zaak van klager te spreken; d) zij de klachten van klager niet serieus heeft genomen en heeft geweigerd hem een deel van het door hem betaalde bedrag terug te betalen; e) zij heeft geweigerd het dossier van klager over te dragen aan de opvolgend advocaat. Met betrekking tot klachtonderdeel a oordeelt de voorzitter dat niet aannemelijk is dat verweerster ten tijde van het opstellen van de opdrachtbevestiging kon voorzien dat een dergelijke aparte procedure zou moeten worden gevoerd en dat klager ervan uit mocht gaan dat deze procedure bij de prijs was inbegrepen. Ten aanzien van klachtonderdeel b overweegt de voorzitter dat uit de stukken niet blijkt dat verweerster klager te laat heeft geïnformeerd. Met betrekking tot klachtonderdeel c overweegt de voorzitter dat de partner van verweerster op haar kantoor werkzaam is en dat hij daarom een afgeleide geheimhoudingsplicht heeft. Klachtonderdeel d: tijdens een bespreking op 17 februari 2015 is de situatie tussen klager en verweerster geëscaleerd, waarna verweerster zich genoodzaakt heeft gezien haar werkzaamheden voor klager te beëindigen. Op dat moment waren alle werkzaamheden in de echtscheidingsprocedure reeds verricht. Op 11 maart 2015 is de echtscheiding tussen klager en zijn ex-echtgenote uitgesproken. Gelet daarop valt niet in te zien waarom klager recht zou hebben op terugbetaling van (een gedeelte van) het bedrag van EUR 4.000,-. Klachtonderdeel e: verweerster heeft gemotiveerd aangevoerd dat zij een compleet dossier heeft overgedragen aan de opvolgend advocaat van klager. Bovendien heeft klager na een bemiddelingsgesprek met de deken van verweerster het originele dossier ontvangen. Klacht geheel kennelijk ongegrond.