Naar boven ↑

Rechtspraak

Gegronde klacht over advocaat wederpartij. De klacht houdt in dat klager de volledige vordering van de wederpartij heeft voldaan, inclusief de kosten voor het gelegde beslag, maar dat verweerder desondanks niet wil overgaan tot het opheffen van het gelegde beslag. Verweerder heeft klager bericht dat hij enkel wil overgaan tot opheffing van het beslag indien klager een bedrag van EUR 600,- aan “voorschot” betaalt. De raad overweegt dat verweerder klager niet eerder dan 6 november 2015, nadat klager op 5 november 2015 een klacht jegens hem had ingediend bij de deken, te kennen heeft gegeven dat hij er ook voor kan kiezen om zich rechtstreeks tot de deurwaarder te wenden teneinde het beslag te laten opheffen, alsmede dat hij niet verplicht is om gebruik te maken van de diensten van verweerder. Bovendien zijn de kosten van de werkzaamheden van verweerder in het kader van het opheffen van de beslagen reeds in het vonnis opgenomen als ‘nasalaris’. Het had op de weg van verweerder gelegen om, ter voorkoming van misverstanden, klager reeds op het moment dat hij hem voor het eerst confronteerde met de betalingsverplichting te wijzen op de mogelijkheid om het beslag bijvoorbeeld via de deurwaarder te laten opheffen. Verweerder heeft aanvankelijk echter slechts gewag gemaakt van één mogelijkheid, namelijk van betaling op de derdengeldenrekening van zijn eigen kantoor en aansluitende – niet kosteloze - actie door verweerder, en klager pas ná het indienen van de klacht bericht dat het ook mogelijk was om het beslag rechtstreeks via de deurwaarder te laten opheffen. Door daarnaast de indruk te wekken dat het beslag slechts zou worden opgeheven indien klager een voorschot van EUR 600,- aan verweerder zou betalen, heeft verweerder niet de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen die hem in dit verband jegens klager had gepast. Berisping, terugbetaling griffierecht en kostenveroordeling t.g.v. klager en NOvA.