Rechtspraak
Klager verwijt verweerster dat zij niet voortvarend genoeg te werk is gegaan. Dat blijkt naar het oordeel van de raad niet uit de feiten. Verweerster heeft klager gewaarschuwd dat zij pas na terugkeer van haar vakantie aandacht aan zijn zaken kon besteden. Daags na haar terugkeer van vakantie heeft zij een uitvoerige brief aan klager gestuurd. En ook nadien is zij telkens adequaat en tijdig opgetreden. Dit onderdeel van de klacht is daarom ongegrond.
De klacht dat verweerster aan klager heeft aangezegd een nota te zullen zenden terwijl klager in aanmerking kwam voor gefinancierde rechtshulp, is ongegrond. Verweerster heeft naar het oordeel van de raad op goede gronden aan klager aangegeven dat er in een van zijn zaken geen sprake kon zijn van gefinancierde rechtshulp. Zij heeft uiteindelijk echter in die zaak geen nota verzonden. Het is de raad ook niet gebleken dat in deze zaak een toevoeging is afgegeven aan verweerster.