Naar boven ↑

Rechtspraak

Klaagster verwijt verweerder dat hij beloften niet is nagekomen en haar zaak veel te lang heeft laten liggen. Klaagster heeft aangegeven zich in mei 2013 tot verweerder te hebben gewend en nooit een opdrachtbevestiging te hebben ontvangen. Ondanks diverse toezeggingen van verweerder heeft klaagster nooit enige inhoudelijke brief ontvangen. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting volgt naar het oordeel van de Raad dat bij klaagster onduidelijkheid bestond over de stand van zaken in het dossier en de te nemen stappen. Verweerder meent dat dit wel duidelijk was en stelt dat hij met klaagster heeft besproken dat eerst een second opinion diende te worden gevraagd alvorens hij nadere stappen zou nemen. Klaagster zou hebben aangegeven daar niet aan te willen meewerken. Op basis van het dossier kan de raad niet vaststellen of en hoe verweerder bovenstaande met klaagster heeft besproken. Schriftelijke vastlegging van deze afspraken ontbreekt. De ontstane onduidelijkheid hierover dient gelet op de aard van de gestelde afspraken voor rekening van verweerder te komen. Klacht gegrond. Berisping. Betaling griffierecht en veroordeling in proceskosten van klaagster en de NOvA.