Naar boven ↑

Rechtspraak

Klager verwijt verweerder terecht dat hij niet direct een schriftelijke opdrachtbevestiging heeft opgesteld. Pas bijna één jaar na de aanvang van verweerders werkzaamheden heeft verweerder een zeer summiere bevestiging vastgelegd van een (beweerdelijke) afspraak over het uurtarief. Gezien het feit dat klager al veel eerder aangaf dat hij bezwaren had tegen de urenspecificatie van verweerder en tegen de achtergrond dat eerder over een andere tarief is gesproken althans gecorrespondeerd, had verweerder moeten begrijpen dat het noodzakelijk was om een opdrachtbevestiging aan klager te sturen. Daarmee hadden veel problemen kunnen worden voorkomen. De door klager gestelde contante betalingen zijn niet komen vast te staan. Evenmin heeft klager aangetoond dat verweerder niet die kwaliteit van dienstverlening heeft verschaft die van hem als behoorlijk advocaat mocht worden verwacht. Of verweerder aan klager een bedrag moet terugbetalen is ter beoordeling van de civiele rechter die kan onderzoeken welke financiële afspraken partijen hebben gemaakt en of daaruit betalingsverplichtingen voortvloeien. Verweerder krijgt een berisping.