Naar boven ↑

Rechtspraak

Klager en zijn ex-partner zijn in 2007 door een voormalig kantoorgenoot van verweerster, mr. X, in diens hoedanigheid van gemeenschappelijk advocaat/mediator, bijgestaan in een echtscheidingsprocedure. Verweerster heeft, nadat mr. X was opgehouden werkzaam te zijn op hetzelfde kantoor, de ex-partner van klager bijgestaan in twee zaken tegen klager. Klager verwijt verweerster onder meer dat zij a) aan de nieuwe advocaat van zijn ex-partner wel de persoonlijke notities uit het echtscheidingsdossier heeft verstrekt, terwijl klager en zijn advocaat deze niet ontvingen, en b) in de periode van 2012 tot en met 2014 voor zijn ex-partner tegen klager heeft opgetreden, ondanks het feit dat hij een voormalig cliënt van haar kantoor was. Ten aanzien van klachtonderdeel a) overweegt de raad dat de persoonlijke aantekeningen van mr. X tijdens de alimentatieprocedure in bezit waren van de wederpartij en ook in die procedure zijn gebruikt. Verweerster heeft erkend dat zij deze stukken aan klager heeft onthouden. Gezien het feit dat mr. X voor partijen optrad als gezamenlijk advocaat en mediator geldt dat klager een gelijk recht had op de betreffende stukken als de wederpartij. Dit klachtonderdeel is gegrond. Klachtonderdeel b) is eveneens gegrond.  Verweerster heeft immers de wederpartij van klager bijgestaan in een geschil over alimentatieverplichtingen samenhangend met een eerdere gezamenlijke echtscheiding waarin haar voormalig kantoorgenoot beide partijen als advocaat/mediator heeft bijgestaan. Naar het oordeel van de raad is sprake van verwevenheid van zaken nu de betreffende alimentatieprocedure moet worden geacht uit de eerdere zaak  te zijn voortgevloeid. Derhalve stond het verweerster niet vrij om voor de wederpartij van klager op te treden. Klachtonderdeel c) is ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.