Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht van voogdij-instelling tegen advocaat van minderjarige. Verweerder heeft als raadsman van de minderjarige opgetreden in een procedure met betrekking tot een verzoek om een civiele machtiging gesloten jeugdhulp. De raad overweegt dat verweerders optreden er onevenredig op was gericht om - middels deze individuele zaak - aan te tonen dat sprake is van misstanden in het huidige onderwijssysteem en aandacht te krijgen voor een in de ogen van verweerder tekortschietende jeugdzorg in het algemeen. Verweerder heeft zich onvoldoende gericht op het concrete belang van zijn cliënt in deze individuele zaak en de ter zake dienende juridisch relevante criteria. Hij heeft de zaak van zijn minderjarige cliënt gebruikt om aandacht te vragen voor een - zijns inziens - hoger doel, te weten het aan de kaak stellen van misstanden binnen de jeugdzorg, het onderwijssysteem en de gerechtelijke procedure, ten koste van de behartiging van het individuele belang van zijn minderjarige cliënt. De raad acht de klacht deels gegrond en legt aan verweerder een berisping op. Tevens kostenveroordeling.