Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht tegen voormalig werkneemster van het advocatenkantoor van klager. Klager verwijt verweerster onder meer dat zij een toevoeging op naam van haar nieuwe kantoor heeft gedeclareerd, terwijl zij deze aan het kantoor van verweerder had moeten retourneren. De klacht is in zoverre gegrond. Op het moment dat de toevoeging werd afgegeven was verweerster immers nog in dienst van het kantoor van klager zodat de toevoeging – ongeacht de tenaamstelling – aan het kantoor van klager toekomt. Verweerster heeft niet aan klager gemeld dat zij de toevoeging had gedeclareerd. Evenmin heeft zij klager, nadat zij de toeschattingsbeschikking had ontvangen, daarvan op de hoogte gesteld. De vergoeding is betaald op de rekening van het huidige kantoor van verweerster. Ook van die betaling is door haar geen melding aan klager gemaakt. Verweerster heeft klager op geen enkel moment op eigen initiatief over de afrekening van het dossier benaderd. Pas toen klager haar er expliciet naar vroeg heeft zij de gevraagde informatie aan hem verstrekt, maar niet eerder dan na ommekomst van twee maanden. Klacht voor het overige ongegrond. Berisping en kostenveroordeling.