Rechtspraak
Klager heeft, als wederpartij van een cliënt van het kantoor van verweerster, bij dat kantoor een klacht ingediend over het handelen van een advocaat die werkzaam is op het kantoor van verweerster. Klager verwijt verweerster dat zij deze klacht niet volgens de kantoorklachtenregeling heeft behandeld. De raad overweegt dat uit de tekst van artikel 6.28 van de Verordening op de Advocatuur volgt dat de in dat artikel bedoelde kantoorklachtenregeling van toepassing is op klachten van eigen cliënten. Aangezien niet klager, maar zijn wederpartij dient te worden aangemerkt als cliënt van het kantoor van verweerster, is de kantoorklachtenregeling niet van toepassing op door klager ingediende klachten. Aldus bestond er voor verweerster geen enkele verplichting om te reageren op de door klager ingediende klacht. Dat verweerster de klacht desondanks heeft onderzocht, getuigt van welwillendheid. Naar het oordeel van de raad had zij er echter beter aan gedaan om niet inhoudelijk op de klacht te reageren – daartoe was zij immers niet verplicht – en klager direct te verwijzen naar de deken. Dit teneinde iedere mogelijke schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Klacht ongegrond.