Rechtspraak
Wrakingsbeslissing. De raad verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek tot wraking van twee tuchtrechters/ advocaat-leden. Op grond van artikel 513 lid 1 Sv dient een wrakingsverzoek te worden gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker tot wraking bekend zijn. Gelet op de door verzoekers geschetste gang van zaken dat ook indien de zaak achter gesloten deuren was behandeld verweerders ook zouden worden gewraakt, hadden verzoekers hun wrakingsverzoek voorafgaand aan de zitting of direct bij aanvang van de zitting kunnen en ook moeten doen, hetgeen zij niet hebben gedaan. Naar het oordeel van de raad hebben verzoekers de door hen aangevoerde wrakingsgrond, wat daar inhoudelijk ook van zij, aanvankelijk achter de hand gehouden om dit op enig moment, afhankelijk van de ontwikkelingen in de procedure, als wrakingsgrond naar voren te brengen. Daarvoor leent zich het wrakingsmiddel niet.