Rechtspraak
Klager verwijt verweerder hem op diverse punten niet adequaat te hebben bijgestaan. In de kwestie van de wijziging van de kinderalimentatie heeft verweerder onvoldoende voortvarend gehandeld. De raad is met klager van oordeel dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door deze kwestie jarenlang te laten slepen. Hetzelfde geldt voor de zaak over de omgangsregeling. verweerder heeft daarnaast een termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bij de Belastingdienst laten verlopen. Dat is onbegrijpelijk voor een advocaat die zich afficheert als fiscaal advocaat. Ook stelt verweerder dat hij met klager de afspraak heeft gemaakt dat hij niet op basis van een toevoeging maar betalend voor hem zou optreden. Verweerder heeft dat echter niet schriftelijk vastgelegd. Klager ontkent deze afspraken. Dit handelen van verweerder is in strijd met een behoorlijk advocaat betaamt. Al deze naar het oordeel van de raad terechte verwijten van klager leiden tot het opleggen van een voorwaardelijke schorsing aan verweerder van vier weken.