Rechtspraak
Een advocaat dient onvoorwaardelijk medewerking te verlenen aan een dekenaal tuchtrechtelijk onderzoek naar aanleiding van door de deken ontvangen signalen, alsmede aan het door de deken uit te oefenen proactief toezicht. Het is niet aan de advocaat maar aan de deken om te bepalen of het toezicht door de deken zelf of door een door de deken daartoe aangewezen ander lid van de raad van de orde wordt uitgeoefend. Het enkele feit dat een advocaat een klacht heeft ingediend tegen een deken maakt dit niet anders. Dit zou immers betekenen dat een advocaat, enkel door een klacht tegen een deken in te dienen, de deken in diens toezichthoudende taak zou kunnen frustreren.
Bezwaren gegrond, schorsing zes maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden dat advocaat binnen een maand na het onherroepelijk worden van de beslissing onvoorwaardelijk medewerking heeft verleend aan het dekenaal onderzoek, de door de deken gestelde vragen heeft beantwoord en de gevraagde jaarcijfers aan het bureau van de orde heeft toegezonden