Naar boven ↑

Rechtspraak

Tussenbeslissing op dekenbezwaar dat met name ziet op gedragsregel 17. Bezwaar gegrond. De raad gaat ervan uit dat verweerder in staat is om te leren zich te gedragen met het vereiste respect en de vereiste eerbied jegens de deken(s), overige leden van de Raad van de Orde, ketenpartners en collega-advocaten, alsmede dat verweerder een professionele attitude kan tonen. Verweerder heeft daar echter wel hulp bij nodig, nu hij de ernst van zijn gedrag en de mogelijke gevolgen daarvan niet (ten volle) lijkt in te zien. De raad acht het opportuun om aan verweerder een geheel voorwaardelijke schorsing op te leggen, met als bijzondere voorwaarde begeleiding door een coach, die verweerder onder meer zal adviseren en voorzien van aanwijzingen met betrekking tot verweerders gedrag ten opzichte van de deken(s) en andere leden van de Raad van de Orde, overige collega-advocaten en ketenpartners. Mr. X, advocaat en oud-deken, heeft zich reeds bereid verklaard om de rol van coach te vervullen. De raad stelt partijen in de gelegenheid om zich uiterlijk 22 mei 2017 schriftelijk uit te laten over hetgeen bij randnummers 6.2 en 6.3 van de beslissing is opgenomen omtrent de invulling van de voorgenomen maatregel en houdt iedere verdere beslissing aan.