Rechtspraak
Klacht tegen advocaat wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Verweerster heeft zonder toestemming van klaagster met een dochter van klaagster en haar cliënt gesproken. De raad overweegt dat een advocaat die wordt geconfronteerd met een verzoek van zijn cliënt om in verband met een regeling omtrent gezag en omgang, met een minderjarige te spreken, zich dient te realiseren dat hij de belangen van slechts één van de ouders behartigt en derhalve per definitie een partijdige rol vervult. Om te vermijden dat het gesprek van de advocaat als inzet in de strijd tussen de ouders wordt gebruikt of dat dat door de andere ouder als zodanig wordt ervaren en om te vermijden dat het kind in een loyaliteitsconflict belandt, dient daarom in beginsel de toestemming van de andere ouder voor een dergelijk gesprek te worden verkregen. Klacht gegrond.