Rechtspraak
Wegens ziekte van verweerder was op zijn verzoek de mondelinge behandeling van de zaak van zijn cliënte (klaagster) bij het gerechtshof aangehouden. De zaak had betrekking op partner- en kinderalimentatie. Verweerder noch klaagster heeft de mondelinge behandeling bijgewoond. Verweerder stelt daarvoor geen oproep te hebben ontvangen, terwijl de zaak slechts 1 week bleek te zijn aangehouden. Nu de behandeling slechts zo korte tijd is aangehouden, oordeelt de raad dat verweerder daar niet op bedacht hoefde te zijn en dat van hem niet verwacht mocht worden dat hij in die korte tijd zelf bij het hof zou informeren naar de stand van zaken. Dit onderdeel is ongegrond. Wel is de kwaliteit van de dienstverlening onder de maat gebleven. Verweerder heeft de inkomensgegevens etc. van klaagster niet tijdig naar het hof gestuurd, zodat het hof daarmee geen rekening heeft gehouden. Het argument van ziekte gaat niet op omdat verweerder ruim daarvóór de stukken al aan het hof had moeten toesturen. Voorts is verweerder tekortgeschoten in de communicatie met klaagster. Klacht deels gegrond; berisping.