Rechtspraak
Klacht advocaat wederpartij. Het hof is van oordeel dat de inhoud van de mails tussen verweerster en de advocaat van klager geen blijk geeft van chantage door verweerster, maar eerder van een op zich zelf verstandige poging confraterneel aan te sturen op de-escalatie van het conflict. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht dat verweerster het dagboek van klager heeft ingebracht in de procedure bij het gerechtshof in 2012, omdat de termijn van drie jaren als bedoeld in art. 46g lid 1 sub a Aw was verstreken. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat klager wel ontvankelijk is in zijn klacht over de verstrekking van zijn dagboek door verweerster aan een onderzoeksbureau. Het hof verklaart dit klachtonderdeel ongegrond. Al zou verweerster het dagboek ter beschikking van het onderzoeksbureau hebben gesteld, dan is dit niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Dit onderzoeksbureau is in opdracht van de cliënte van verweerster gevraagd een deskundig en objectief onderzoek in te stellen naar de informatie die de cliënte van verweerster over klager heeft. De deskundige heeft de relevantie van het aangeboden materiaal beoordeeld en verwerkt in het uiteindelijke rapport dat voor de cliënte van verweerster van belang kon zijn in het kader van het geschil dat aan de rechter is voorgelegd. Dit past binnen de ruime mate van vrijheid van een advocaat om de belangen van zijn cliënt te behartigen. Klacht deels niet-ontvankelijk. Voor zover ontvankelijk verklaard, is de klacht ongegrond. Deels bekrachtiging beslissing raad.