Naar boven ↑

Rechtspraak

Klaagster heeft een werkneemster op staande voet ontslagen. Verweerster heeft namens de werkneemster een vordering tot vernietiging van het ontslag c.a. ingediend. Bij het daartoe strekkende verzoekschrift heeft verweerster nadere stukken overgelegd waaronder WhatsApp-berichten tussen de werkneemster en andere werknemers van klaagster. Voorts heeft verweerster aan klaagster geschreven dat zij voornemens was om namens de werkneemster hoger beroep in te stellen tegen het afwijzende vonnis op de vordering tot vernietiging. Ook heeft zij meegedeeld in dat bericht een loonvordering van € 20.000 te zullen indienen. De raad acht het overleggen van de WhatsApp-berichten noch het bericht over het voornemen hoger beroep in te stellen en de loonvordering, in strijd met de grote mate van vrijheid die verweerster toekomt om de belangen van een cliĆ«nt te behartigen op een wijze die passend voorkomt. De klachten zijn daarom ongegrond.