Rechtspraak
Klager verwijt verweerder dat hij in zijn hoedanigheid van deken onvoldoende toezicht heeft gehouden op mr. H., ex-echtgenote van verweerder. Mr. H. zou de derdengeldenrekening van haar kantoor hebben gebruikt om zwart geld weg te sluizen. Verweerder heeft onderzoek naar mutaties gedaan, maar klager heeft op geen enkele wijze aannemelijk weten te maken dat gelden die aan klager zouden toebehoren, van de derdengeldenrekening van de stichting Derdengelden van mr. H. zijn verdwenen. In verzet zijn door klager geen nieuwe gezichtspunten naar voren gebracht.
Verzet ongegrond.