Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder mocht na daartoe verkregen verlof conservatoir beslag leggen zoals hij dat heeft gedaan, ook al was dat ten nadele van klager. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder, ook na de bekendheid met de bezwaren van klager tegen hem, als advocaat tegen de vennootschap van klager blijven optreden in de incassozaak tegen klager. Het bepaalde in het vierde lid van Gedragsregel 7, waaruit volgt dat het een advocaat niet is toegestaan om tegen een voormalige cliënt of bestaande cliënt van hem of van een kantoorgenoot van hem op te treden, is in deze kwestie niet van toepassing, omdat hier geen sprake is van dezelfde voormalige of bestaande cliënt van verweerder en zijn kantoorgenoot. Die laatste stond immers klager in privé bij, daar waar verweerder tegen de vennootschap van klager ging optreden. Nu de raad ook anderszins niet is gebleken van bezwaren waarom verweerder niet tegen de vennootschap van klager had mogen optreden, heeft verweerder naar het oordeel van de raad niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich niet aan de incassozaak tegen de vennootschap van klager te onttrekken. Klachten ongegrond.  Verkorte bekrachtiging beslissing raad.