Rechtspraak
Schrapping naar aanleiding van dekenbezwaar. Verweerster is in twee instanties veroordeeld tot een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Zij heeft het vertrouwen van haar eigen cliënten beschaamd door hen op slinkse wijze grote sommen geld afhandig te maken. Bovendien heeft zij door brieven van gerechtelijke instanties te vervalsen het vertrouwen dat in zulke instanties moet kunnen worden gesteld geschaad. Verweerster heeft daardoor gehandeld in strijd gehandeld met de kernwaarden van de advocatuur, waaronder die van de (financiële) integriteit. Indien verweerster zich na haar detentie opnieuw zou laten inschrijven als advocaat, zou het vertrouwen in de advocatuur ernstig worden ondermijnd. Aangezien verweerster ter zitting van de raad geen enkel besef heeft getoond van haar verantwoordelijkheid als advocaat en van het laakbare van haar handelen, heeft de raad er geen vertrouwen in dat verweerster na een eventuele nieuwe inschrijving op het tableau wél zal handelen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.