Rechtspraak
Verweerder heeft een ernstige beroepsfout gemaakt door het griffierecht niet (tijdig) te voldoen. Daarnaast heeft hij niet c.q. onvoldoende gereageerd op verzoeken van klaagster, onder meer om het griffierecht aan haar te retourneren en om contact op te nemen met diverse instanties. Mede gelet op het tuchtrechtelijk verleden van verweerder acht de raad de maatregel van een onvoorwaardelijke schorsing van twee weken passend en geboden. Daarnaast ziet de raad aanleiding om aan verweerder een voorwaardelijke geldboete van EUR 1.000,- op te leggen, onder de bijzondere voorwaarden dat verweerder binnen 14 dagen na dagtekening van de onderhavige beslissing aan de deken moet hebben aangetoond: 1) dat hij het niet (tijdig) betalen van het griffierecht bij zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar heeft gemeld en 2) dat hij het van klaagster ontvangen griffierecht aan haar heeft geretourneerd.