Belang wordt verondersteld

Ter zitting van het hof heeft de raad van toezicht ter ondersteuning van de gronden van het verzet nog doen aanvoeren dat, zo begrijpt het hof, verzoeker betrekkelijk weinig belang heeft om als advocaat te worden ingeschreven, aangezien hij zijn werkzaamheden in zijn huidige betrekking zal kunnen voortzetten wanneer hij niet als advocaat wordt ingeschreven terwijl er niet is gebleken van een andere dringende noodzaak voor hem om in de hoedanigheid van advocaat werkzaam te kunnen zijn. Alvorens in te gaan op de gronden van het verzet zoals weergegeven in de verzetbeschikking, merkt het hof op de raad niet te volgen in de benaderingswijze (…). Het enkele feit dat iemand het beroep van advocaat wenst uit te oefenen impliceert immers een voldoende belang. Dit volgt enerzijds uit de fundamentele vrijheid van beroepsuitoefening, anderzijds uit de bijzondere plaats die de advocaat in de rechtsstaat inneemt. De keerzijde van dit laatste is wel dat aan de toelating tot dit beroep bijzondere eisen worden gesteld.