Naar boven ↑

Rechtspraak

Beslissen zonder te beraadslagen?

Tenslotte heeft verzoeker aangevoerd dat de afwijzende beslissing op het verzoek tot schorsing en op het verzoek eerst een schriftelijke tussenbeslissing te nemen, al genomen was voorafgaand aan de zitting, aangezien hij het hof hierover niet heeft zien beraadslagen.

Het hof constateert dat het beeldverslag van de zitting van 18 november 2016, dat is vastgelegd op de door mr. X overgelegde usb-stick, de door verweerders gestelde gang van zaken bevestigt. Daarop is te zien en te horen dat de voorzitter na discussie en het herhaalde verzoek van verweerder tot het geven van een schriftelijke tussenbeslissing links en rechts naar de medeleden van het hof kijkt en zegt: “Ik kijk […] naar de leden van het hof of er anders tegenaan gekeken wordt”, waarbij geen van de leden ontkennend reageert, waarop de voorzitter zegt: “Nee, dan gaan we de zaak volledig inhoudelijk behandelen”.

Het stond verweerders vrij voorafgaand aan de zitting in raadkamer te beraadslagen over de vraag of bij een ter zitting herhaald verzoek om eerst een tussenbeslissing te nemen op de preliminaire verweren door het hof afgeweken zou worden van de door de voorzitter in de correspondentie aangegeven lijn. Deze beraadslaging vooraf doet er niet aan af dat, naar aanleiding van hetgeen door en namens verzoeker ter zitting naar voren werd gebracht, het hof alsnog ter zitting – al dan niet na daarover in raadkamer aanvullend te hebben beraadslaagd – diende te beslissen of het verhandelde ter zitting aanleiding vormde het verzoek te honoreren. Uit de in de vorige alinea beschreven feitelijke gang van zaken blijkt dat de beslissing het verzoek om een tussentijdse beslissing op de preliminaire verweren af te wijzen ter zitting door het voltallige hof is genomen. Dit onderdeel van de wrakingsgrond, dat uitgaat van het tegendeel, mist dan ook feitelijke grondslag en wordt daarom verworpen.