Naar boven ↑

Rechtspraak

Veel te laat ter zitting verschijnen

De wrakingskamer overweegt dat uit deze gang van zaken blijkt dat verweerders verzoeker tot twee maal toe de gelegenheid hebben geboden om op een (veel) later dan het geplande tijdstip zijn hoger beroep te komen toelichten. Ervan uitgaande dat verzoeker vóór 12.15 uur – immers het oorspronkelijke aanvangstijdstip van de zitting – in de trein naar Breda in plaats van naar Utrecht zat, had hij ruim voor 14.30 uur in Utrecht aanwezig kunnen zijn. Verzoeker mocht er niet van uit gaan dat verweerders zonder tijdslimiet op hem zouden wachten. Hij heeft ook niet laten weten dat hij opnieuw verlaat was door een gemiste trein. Hoewel begrijpelijk is dat verzoeker er groot belang aan hechtte om zijn beroep bij het hof te kunnen toelichten kan uit de gang van zaken op 8 december 2017 en de weigering van het uitstelverzoek niet worden afgeleid dat verzoeker een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid bij verweerders jegens hem kon koesteren (vgl. HvD 17 augustus 2012, ECLI:NL:TAHVD:YA3510). Verzoeker heeft de ongelukkige gang van zaken aan zichzelf te wijten. Het wrakingsverzoek moet daarom worden afgewezen.