Naar boven ↑

Rechtspraak

Verzoek om getuigen te horen door voorzitter verwezen naar de zitting.

De wijze waarop door de griffier ten behoeve van de behandelend kamer is gereageerd op de bij brief van 16 maart 2016 gedane verzoeken geeft geen blijk van vooringenomenheid jegens verzoekster. Niet valt in te zien op grond waarvan de behandelend kamer gehouden zou zijn binnen de eenzijdig door verzoekster gestelde termijn op haar verzoeken te reageren. Het is alleszins begrijpelijk dat de beslissing op deze verzoeken is aangehouden zodat beide partijen in staat zijn hun standpunten ter zake ten overstaan van de voltallige zittingskamer toe te lichten.