Rechtspraak
Klacht tegen advocaat wederpartij gegrond voor wat betreft het volgende. Verweerder heeft onvoldoende gedaan om zich te vergewissen van de geestestoestand van zijn cliënt, een psychisch kwetsbare patiënt, tevens de man van klaagster. Voor het onderzoeken van de wilsbekwaamheid van een cliënt wordt aangeknoopt bij richtlijnen van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en de zogenoemde ‘voorlegger’ van de Raad voor Rechtsbijstand in Bopz-zaken. Verweerder heeft te lichtvaardig gehandeld door, zonder overleg met klaagster of de instelling waar de man verbleef, in relatief korte tijd allerlei maatregelen te treffen met vergaande gevolgen voor onder meer klaagster. Tevens moet het er voor worden gehouden dat verweerder zijn cliënt niet (voldoende) op de mogelijkheid van gefinancierde (verzekerde) rechtsbijstand heeft gewezen. Voorwaardelijke schorsing van vier weken.