Rechtspraak
Doorbreking rechtsmiddelenverbod; wrakingsverzoek niet ondertekend door advocaat
3.4 Art. 39 lid 5 Rv bepaalt dat tegen de beslissing op een wrakingsverzoek geen voorziening openstaat. Een tegen die beslissing gericht cassatieberoep is desondanks ontvankelijk indien wordt aangevoerd dat de rechter buiten het toepassingsgebied van de desbetreffende regeling is getreden, die ten onrechte buiten toepassing heeft gelaten, dan wel bij de behandeling van de zaak een zodanig fundamenteel rechtsbeginsel heeft veronachtzaamd dat van een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak niet kan worden gesproken (vgl. HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU7430). Blijkens hetgeen in onderdeel III is aangevoerd (zie hiervoor in 3.3), wordt geklaagd dat het hof ten onrechte art. 39 lid 1 Rv buiten toepassing heeft gelaten, volgens welke bepaling een wrakingsverzoek wordt behandeld door een meervoudige kamer waarin de rechter van wie wraking is verzocht, geen zitting heeft. Het cassatieberoep is dus ontvankelijk.
3.5 Het voorschrift van art. 39 lid 1 Rv strekt ertoe dat een beslissing op het wrakingsverzoek wordt verkregen die voor alle betrokkenen uit procedureel oogpunt geen twijfels oproept (vgl. ten aanzien van het gelijkluidende art. 8:18 lid 1 Awb: Kamerstukken II, 1991-1992, 22 495, nr. 3, p. 114). Dat voorschrift dient mede te worden uitgelegd tegen de achtergrond van art. 6 lid 1 EVRM, op grond waarvan de behandeling van een wrakingsverzoek “that does not immediately appear to be manifestly devoid of merit” niet achterwege mag worden gelaten, aangezien anders i) onvoldoende is gewaarborgd dat een partij haar aanspraak op een onpartijdige behandeling van de zaak kan verwezenlijken, en ii) het vertrouwen dat de rechtzoekende in de gerechten moet kunnen stellen, in het geding zou kunnen komen (vgl. EHRM 23 april 1996, 16839/90 (…), rov. 48; EHRM 15 oktober 2009, 17056/06, ECLI:NL:XX:2008:5510 (…), rov. 99).
3.6 In dit licht heeft het hof blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door het voorschrift van art. 39 lid 1 Rv buiten toepassing te laten op de grond dat het wrakingsverzoek niet was ondertekend door een advocaat. Aan de man had gelegenheid behoren te worden geboden dat verzuim te herstellen (vgl. art. 281 lid 1 in verbinding met art. 362 Rv).