Rechtspraak
Onacceptabele vorm van bedrijven advocatuur
Uit het verhandelde ter zitting is wel naar voren gekomen dat verweerder van goede wil is, maar dat zijn wijze van advocatuur bedrijven – voornamelijk door het voeren van gesprekken – niet voldoet aan de daaraan te stellen maatstaven voor een zorgvuldige behandeling.
Het hof is ermee bekend dat de aan verweerder door de raad in twee andere zaken opgelegde schorsingen op 7 januari j.l. door dit hof zijn bekrachtigd en dat dezelfde gebrekkige communicatie de inzet van die klachten was.
Gelet op alle omstandigheden is het hof eenparig van oordeel dat niet kan worden volstaan met de opgelegde maatregel en dat een zwaardere straf aangewezen is, dit om verweerder ervan te doordringen dat hij de wijze van praktijkvoering nu echt grondig dient te wijzigen en daartoe passende maatregelen dient te nemen.