Naar boven ↑

Rechtspraak

In de tuchtprocedure niet naar waarheid verklaren

Het hof is van oordeel dat de ernst van het tuchtrechtelijk verwijt dat verweerder treft een onvoorwaardelijke schorsing in de praktijk voor de duur van twee maanden zoals door de raad is opgelegd rechtvaardigt. Het hof onderschrijft de daaraan door de raad ten grondslag gelegde motivering. Hetgeen klager ter zitting als verklaring voor zijn handelen heeft aangevoerd maakt dit oordeel niet anders, temeer niet nu klager in deze tuchtrechtelijke procedure ontwijkend en op onderdelen niet naar waarheid heeft verklaard en daarbij stellingen heeft betrokken waarbij verweerder niet heeft geschroomd de integriteit van klaagster en de deken in twijfel te trekken.