Rechtspraak
Radicale verbetering in houding
Het hof heeft bij het bepalen van de duur van de op te leggen maatregel tevens gelet op de ontwikkelingen zoals die zich na de beslissing van de raad hebben voorgedaan. Deze duiden op een radicaal andere houding van verweerder dan die welke hij bij de raad liet zien. Verweerder heeft klager schriftelijk zijn excuses aangeboden, zich bereid verklaard de schade die klager heeft geleden te vergoeden en heeft hem een voorschot van € 10.000,- uitgekeerd. Verweerder heeft voorts cursussen gevolgd die strekken tot verbetering van gedrag van een advocaat in de omgang met cliënten. Ten slotte heeft verweerder op de zitting, in aanwezigheid van klager, uitvoerig zijn spijt betuigd en heeft daarbij getoond te hebben ingezien dat zijn gedragingen jegens klager ver afstonden van wat een behoorlijk advocaat betaamt. Voor de opvatting van verweerder als zou zijn gedrag te verklaren zijn uit, althans verband houden met een niet onderkende ziekte, heeft het hof onvoldoende grond gevonden. Het hof neemt ook in aanmerking dat verweerder al 33 jaar advocaat is en de leeftijd van 60 jaar is gepasseerd, maar nog niet aan pensioen toe is. Hij praktiseert alleen. Een schorsing voor lange duur zal hem financieel zwaar treffen, mede omdat hij na een schorsing van langere duur een nieuw klantenbestand zal moeten opbouwen. Bij het bepalen van de duur van de schorsing speelt bovendien mee dat aan verweerder niet eerder een onvoorwaardelijke schorsing is opgelegd. In 2006 is een voorwaardelijke schorsing opgelegd waarvan geen tenuitvoerlegging is bevolen.