Rechtspraak
Onvoldoende kennis van Wwft: handhaving waarschuwing
Hierbij komt nog het volgende. Een advocaat die verzuimd heeft de art. 3 en 16 Wwft na te leven, kan dat niet goedpraten (verweerder heeft dat ook niet geprobeerd) met een beroep op zijn gebrekkige kennis van de uit de Wwft voortvloeiende verplichtingen, omdat hij nu eenmaal op de hoogte behoort te zijn van wetgeving die zijn doen en laten regelt. Het is wel extra laakbaar als een advocaat, anders dan verweerder heeft gedaan, willens en wetens in strijd handelt met de art. 3 en 16 Wwft. Het hof ziet in verband hiermee geen aanleiding om aan verweerder zijn onvoldoende kennisniveau met betrekking tot de Wwft als een afzonderlijk vergrijp aan te rekenen en met een (verzwaring van de door de raad opgelegde) tuchtrechtelijke maatregel te sanctioneren.