Rechtspraak
Ernst en duur gedragingen en tuchtrechtelijk verleden (2 mnd wv 1)
Het hof is van oordeel dat hier met een slechts voorwaardelijke schorsing niet kan worden volstaan. Daarbij heeft hij zowel de ernst en de duur van de gedragingen in aanmerking genomen, als het omvangrijke tuchtrechtelijk verleden van verweerster, terwijl bovendien gebleken is dat thans opnieuw twee klachten tegen haar – één van een Belgische advocaat en één ambtshalve klacht van de Haagse deken – in onderzoek zijn (…) De beslissing van de raad zal, wat de opgelegde maatregel betreft, worden vernietigd en aan verweerster zal een schorsing van twee maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, worden opgelegd.