Rechtspraak
Kwaliteit onder de maat (1 mnd)
De raad heeft de ko c, d en g gegrond verklaard en verweerder de maatregel van berisping opgelegd. In hoger beroep is het hof tot het oordeel gekomen dat daarnaast ook de ko a, b en e gegrond dienen te worden verklaard. Gelet op het feit dat het los van elkaar staande feiten en klachten betreft, is het hof van oordeel dat niet kan worden volstaan met de door de raad opgelegde maatregel. De behandeling van de verschillende zaken van klager door verweerder is ver onder de maat gebleven. Hij heeft belangrijke documenten, zoals de vaststellingsovereenkomst, niet ter inzage gegeven aan de bestuursrechter zonder dat daarvoor een voldoende rechtvaardiging bestond. Daarnaast heeft hij klager niet juist geïnformeerd en belangrijke informatie, afspraken en adviezen niet schriftelijk vastgelegd. Bovendien zijn aan verweerder vanaf 2012 diverse tuchtrechtelijke maatregelen opgelegd, waaronder schrapping. Ook is hij op grond van art. 60ab Adv.w. geschorst geweest. Het hof acht een onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van één maand op zijn plaats.