Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht betreft motivering en feitenvaststelling

Eerst wordt aangevoerd dat de plv-vz van de raad en de raad hebben verzuimd te komen tot een deugdelijke vaststelling en behandeling van de feiten. Naar het hof begrijpt had de raad de daartegen aangevoerde verzetsgronden diepgaander dienen te behandelen. Deze klachten betreffen de motivering van de beslissing. De stelling dat de beslissing ontoereikend is gemotiveerd levert evenwel geen grond op voor doorbreking van het appelverbod, HR 2 juni 1995, NJ 1995/661. Het hof wijst er bovendien op dat de raad niet gehouden is feiten vast te stellen waarvan hij van oordeel is dat deze niet relevant zijn voor de beslissing. Een andersluidende opvatting van klagers, en de stelling dat een andere feitenvaststelling leidt tot een andere beslissing (zoal juist), maakt dit niet anders.

(HvD 28 augustus 2017, 170107 en 170108)