Naar boven ↑

Rechtspraak

Ondeskundigheid

(…) is de behandeling van deze zaak door verweerder ver onder de maat gebleven van hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht. Verweerders deskundigheid en de vaardigheden voldoen bij lange na niet aan de eisen van de professionele standaard. Verweerder heeft er blijk van gegeven niet te beschikken over de meest basale communicatievaardigheden door klaagster niet uit te nodigen voor persoonlijke besprekingen. Evenmin heeft hij haar adequaat geïnformeerd en geadviseerd. Zijn kennis op het gebied van het burgerlijk procesrecht is hoogst lacuneus. Hij blijkt over wezenlijk onvoldoende vaardigheden te beschikken om burgerrechtelijke procedures behoorlijk te voeren. Hij heeft de positie van klaagster in haar geschillen met haar voormalige partner ernstig in gevaar gebracht. Het hof deelt dan ook de oordelen van de raad over de gegrondheid van de klacht en van het dekenbezwaar. (…) 

Wel kan verweerder worden toegegeven dat hij, althans in hoger beroep, blijk heeft gegeven van enig inzicht in de aard en ernst van zijn tekortkomingen, maar daar staat tegenover dat niet gebleken is van enige actie die tot verbetering van de zorg voor de cliënt kan leiden. 

Het vertrouwen dat in de deskundigheid en vaardigheid van de advocaat moet worden gesteld ontbreekt bij het hof ten aanzien van verweerder volledig. Verweerder is sinds medio juli 2012, en was dus ten tijde van zijn in deze zaak gelaakte gedragingen al tien jaar, als advocaat werkzaam, eerst samen met zijn vader, later alleen. In die tijd heeft hij zich niet toereikend ontwikkeld.

Uit de disciplinaire documentatie blijkt dat sinds 2007 acht keer klachten gegrond zijn verklaard, drie met oplegging van een voorwaardelijke schorsing. Deze gegrondverklaringen hebben verweerder kennelijk niet tot het inzicht gebracht dat hij behoorlijke coaching of andere hulp zou moeten zoeken. Weliswaar voert verweerder aan dat de betreffende tuchtmaatregelen wegens gegrondverklaring van andersoortige klachten zijn opgelegd, maar dat onderstreept slechts dat verweerder ook nog in andere opzichten disfunctioneert.