Rechtspraak
De klachten gericht tegen verweerder zien met name op de handelwijze van verweerder in zijn relatie tot B. BV en in mindere mate op zijn handelwijze in zijn hoedanigheid van advocaat.Klaagster verwijt verweerder dat hij zich niet heeft gehouden aan de gedragsregels 1, 2 lid 1, 4, 7, 19, 23 en 35.
Uit de door klaagster overgelegde uittreksels van de Kamer van Koophandel en de verklaringen van verweerder volgt dat verweerder bestuurder is van de Stichting Beheer Derdengelden B. BV als, sedert februari 2014, algemeen directeur. Klaagster is van mening dat de onafhankelijkheid van verweerder in het geding is, doordat hij zowel als advocaat van A. Levensverzekeringen NV is opgetreden als financiële en/of persoonlijke belangen heeft in B. BV.
Nu verweerder heeft nagelaten klaagster hierover te informeren, is het voor te stellen dat bij klaagster de indruk is ontstaan dat verweerder meerdere belangen heeft en dient, waaronder een persoonlijk belang, en ook is niet onbegrijpelijk dat bij klaagster vraagtekens zijn gerezen over de onafhankelijkheid van verweerder. Het had naar het oordeel van de raad dan ook op de weg van verweerder gelegen klaagster mede te delen dat hij naast advocaat van A. Levensverzekeringen NV ook bestuurder van de Stichting Beheer Derdengelden en algemeen directeur van B. BV is. Verweerder heeft dit nagelaten. De raad acht dit handelen/nalaten van verweerder niet handig, maar niet dusdanig onzorgvuldig dat dit tot gegrondheid van de klacht zou moeten leiden. Niet kan immers worden vastgesteld dat de onafhankelijkheid van verweerder daadwerkelijk in het geding is (geweest). Klaagster heeft hiervoor onvoldoende gesteld.
Klacht ongegrond.