Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring door voorzitter wegens te late indiening van de klacht gegrond, nu aannemelijk is dat klager pas in augustus 2011 kennis heeft gekregen van het handelen en nalaten van verweerder waarover klaagster thans klaagt.

Niet gebleken dat  verweerder zich in zijn hoedanigheid van curator onvoldoende heeft ingespannen om een zo hoog mogelijke opbrengst voor de boedel te genereren, noch dat hij gelden uit de boedel heeft verduisterd.

Verzet gegrond, klacht ongegrond.