Rechtspraak
De klacht van klager sub 1 is kennelijk niet-ontvankelijk nu hij niet, althans onvoldoende heeft gemotiveerd in welk belang hij rechtstreeks is of kan worden getroffen. Uit het dossier blijkt ook niet dat hij op basis van een andere grond belang heeft bij een tuchtrechtelijke klacht tegen verweerder is
Verweerder heeft onweersproken gesteld dat hij als advocaat geen zaken voor klager sub 2 behartigd heeft waarbij K BV als wederpartij of anderszins was betrokken. Klager sub 2 is kennelijk niet-ontvankelijk voor zover de klacht ziet op het optreden van verweerder in de zaken tussen K BV en C BV. De voorzitterordeelt dat de uitspraak van het Hof van Discipline van 1 november 1999, nr. 2815, op welke uitspraak klager sub 2 zich beroept niet van toepassing in deze kwestie.
Voor het overige verklaart de voorzitter de klacht van klager sub 2 kennelijk ongegrond.