Naar boven ↑

Rechtspraak

Verzoek 60b Advocatenwet.

De raad is van oordeel dat door de deken voldoende is aangetoond dat verweerder, gelet op zijn onvindbaarheid en het niet reageren door hem op verzoeken in contact te treden, zodanig disfunctioneert dat de rechtshulpverlening aan cliënten in het gedrang is. Een en ander is ook bevestigd door cliënten van verweerder en de gemeente alwaar verweerder laatstelijk woonachtig was. Deze gemeente heeft de griffie van de raad desgevraagd bericht dat verweerder op 3 april 2014 naar een onbekend adres is vertrokken en op 5 september 2014 naar “registratie niet ingezetene” is omgezet. De raad is dan ook van oordeel dat er een situatie is ontstaan die een onmiddellijke voorziening vereist zoals verzocht, zodat verweerder met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd zal worden geschorst in de uitoefening van de praktijk.