Rechtspraak
Klager klaagt tegen verweerder in zijn hoedanigheid van voorzitter van de klachtencommissie van Bureau Jeugdzorg. De klacht is ontvankelijk maar kennelijk ongegrond. Op geen enkele wijze is gebleken dat verweerder zich bij de uitoefening van zijn werkzaamheden als voorzitter van de klachtencommissie zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad.