Rechtspraak
Tegenstrijdig belang.
Uit de stukken volgt dat verweerster in eerste instantie beide partijen heeft geadviseerd in het kader van de totstandkoming van het ouderschapsplan. Op enig moment is kennelijk besloten dat verweerster slechts voor één van de partijen optrad. Uit de stukken is nergens gebleken dat verweerster zulks schriftelijk aan partijen heeft bevestigd. Vervolgens heeft verweerster op verzoek van de voormalig echtgenote van klager het echtscheidingsverzoek ingediend en heeft zij nagelaten het ouderschapsplan dat door partijen wel was getekend op te laten nemen in de beschikking en heeft zij voorts om vaststelling van een bijdrage kinderalimentatie gevraagd, iets waarover het ouderschapsplan niets vermeldde. Het lag in de rede dat als partijen het eens waren geweest over een kinderalimentatie, zoals verweerster stelt, dat dit was opgenomen in het ouderschapsplan. Ten slotte heeft verweerster nagelaten te controleren of klager echt in de betreffende beschikking berustte, door aan te nemen van de voormalig echtgenote van klager, dat klager de betreffende akte van berusting had getekend. De raad is gelet op het vorenstaande van oordeel dat verweerster niet heeft gehandeld zoals een zorgvuldig handelend advocaat betaamt.
Klacht gegrond. Maatregel: een berisping.