Rechtspraak
Aan klaagster is ten onrechte voorgehouden dat het aanvragen van een toevoeging zinloos was. Toekenning van een toevoeging zou -ook al zou deze naar verwachting later zijn ingetrokken- voor klaagster immers tot voordeel hebben gehad, dat zij, zolang zij niet over voldoende inkomsten en/of vermogen beschikte, niet met declaraties van verweerster zou zijn geconfronteerd.
Voldoende aannemelijk gemaakt dat het in het belang van klaagster was om twee procedures naast elkaar op te starten. De procedure betreffende achterstallige hypotheekbetaling had immers betrekking op de achterliggende periode en de procedure strekkende tot wijziging alimentatie had betrekking op de toekomst.
Klacht (gedeeltelijk) gegrond; berisping