Rechtspraak
De klacht tegen een advocaat dieĀ in een kort geding na het vragen van vonnis zonder instemming van de wederpartij een brief aan de voorzieningenrechter had gestuurd is door de raad gegrond verklaard. De raad constateerde dat tussen beide advocaten sprake was van weinig onderling vertrouwen en welwillendheid. Ook de klachten dat de advocaat verzuimd had de wederpartij een afschrift van een verzoekschrift ex art. 700 lid 3 Rv toe te sturen en de wederpartij geen afschrift van een verzoekschrift tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor had toegezonden werden gegrond verklaard. Aan verweerder werd de maatregel van een enkele waarschuwing opgelegd.