Naar boven ↑

Rechtspraak

De inschatting dat klaagster er bij verdere vervolging niet beter van af zou komen, op grond waarvan verweerder tot zijn advies om in te stemmen met de -tijdens de TOM-zitting gehalveerde- transactie is gekomen is niet onbegrijpelijk, aangezien verwacht mag worden dat de Officier van Justitie ter zitting bij de politierechter een hogere straf zal eisen dan in het kader van het transactievoorstel is neergelegd. Niet gebleken dat verweerder ongeoorloofde druk heeft uitgeoefend op klaagster om met het transactievoorstel akkoord te gaan.

Klacht ongegrond.