Naar boven ↑

Rechtspraak

Volgens gedragsregel 8 dient de advocaat zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Vaststaat dat verweerder klaagster mondeling, noch schriftelijk heeft geïnformeerd over de met de woningbouwvereniging gevoerde correspondentie en het intrekken van de kort geding procedure. De veronderstelling van verweerder dat klaagster wel akkoord zou zijn met de getroffen regeling ontslaat verweerder niet van zijn informatieplicht.

Ten overvloede overweegt de raad dat verweerder ook in zijn informatieplicht jegens klaagster tekort is geschoten door klaagster niet te wijzen op de gevolgen van het verlenen van finale kwijting, zoals als voorwaarde voor het treffen van de regeling was gesteld. Verweerder heeft aldus tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Dit klachtonderdeel is dan ook gegrond. Het klachtonderdeel dat betrekking heeft op het verwijt dat verweerder klaagster een leugenaar zou hebben genoemd is door verweerder betwist en niet uit het klachtdossier gebleken. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Gezien het gegronde klachtonderdeel acht de raad de maatregel van waarschuwing passend en geboden.